De 4-way-test

In 1932 werd de latere wereldpresident van Rotary International Herbert J. Taylor gevraagd om een bedrijf te leiden dat een faillissement naderde en hij stelde een ethische code op die alle werknemers, zowel op hun werk als in hun privéleven, accepteerden.

Deze zogenaamde 4-Way Test werd een richtlijn voor de verkoop-, de productie- en de advertentieafdeling alsmede voor de afdeling public relations van dat bedrijf en de toekomst ervan lag in handen van deze eenvoudige levensvisie. Het bedrijf groeide al snel uit tot een succesvolle organisatie.

De vier basale vragen verwoorden tot de dag van vandaag het waarschijnlijk meest gebruikte uitgangspunt van moreel verantwoord handelen in de zakenwereld. Bij Rotarians staan deze regels bekend als de 4-Way Test. 
De vragen zijn evenzeer van belang in het dagelijks leven. 

Ze zijn sinds 1943 leidend onder alle rotarians ter wereld.

Met betrekking tot alles wat we denken, zeggen of doen, geldt:

1. Is het waar?


2. Is het billijk voor alle betrokkenen?


3. Bevordert het onderling vertrouwen en vriendschap?


4. Komt het alle betrokkenen ten goede?

Oftewel, nog kernachtiger en in één zin samengevat:

Is het zo, mag het zo, kan het zo, moet het zo…