Positie van vrouwen door de eeuwen heen

Op woensdag 26 maart ontvingen wij Willemijn Visser van de Soroptimisten die een lezing gaf over de positie van vrouwen door de eeuwen heen, vanaf rond 1250. In het kort: Vanuit de religie en de bijbel hadden vrouwen een dienende rol. Dat veranderde rond ca. 1500 als er boerderijen ontstaan en gezinnen rondtrekken waar mannen en vrouwen een gelijkwaardiger rol krijgen.

Bij de opkomst van de steden zorgden vrouwen meer voor huis en haard. Na de 80-jarige oorlog rond 1600 en de opkomst van de republiek der Nederlanden werd onderwijs goed georganiseerd. Daar profiteerden ook meisjes van. Bij het ontstaan van de VOC en de gedurende de Gouden eeuw groeit handel en economie. Heel veel buitenlanders uit alle windstreken komen naar de Nederlanden en met name Amsterdam op zoek naar werk. Vrouwen zijn in die samenleving nog steeds ondergeschikt en handelingsonbekwaam.

In het gezin is de kindersterfte enorm en de eigen levensverwachting laag. Niet voor iedereen is het een Gouden Eeuw. Er moet door iedereen hard gewerkt worden, vaak in fabrieken en vrouwen en met name weduwen drijven ook winkeltjes en handeltjes langs de deuren en op straat. Weduwen mochten het bedrijf van hun overleden man voortzetten. In de 19^de eeuw stijgt de welvaart weer iets en is er minder noodzaak voor vrouwen om te blijven werken. Met name vrouwen uit de gegoede burgerij maken zich dan nuttig als b.v. regentessen van kinder- en bejaardenhuizen.