Onze en jullie verhalen

Ik nodig iedere maand een aantal Rotarians van D1610 uit om te 'storytellen'. Een mooie manier om te verbinden rondom het maandthema.
Ik ben trots op de bijdragen van Joan, Rob,  Jack waarin zij ons meenemen in hun ervaringen met water.

Joan  van der Velden | RC Goes |  Landschapsbeheer

Joan  van der Velden | RC Goes |  Landschapsbeheer

Een groen leefmilieu is niet vanzelfsprekend.

Het belang van een groen leefmilieu voor geluk is wetenschappelijk bevestigd. Soms besef je dit plots ook zelf. Voor velen was de coronatijd zo’n moment. De dagelijkse drukte viel weg en de  behoefte aan een groen leefmilieu kwam boven. Het was zo druk op de wandelpaden dat natuurbeheerders genoodzaakt waren om het wandelen te reguleren. De Corona-epidemie  is gelukkig weer weg maar ik hoop dat we blijven werken aan het behoud van het leefmilieu bijvoorbeeld door het vergroenen van je tuin of een knotactie met je serviceclub.

Zelf ben ik in de coronaperiode gestart met het vergroenen van mijn tuin en het kijken naar soorten dieren in deze tuin. Ik was geen soortenkenner; dit is geen probleem met hulpmiddelen zoals fotografie en applicaties zoals ObsIdentify  en Merlin. Ik heb nu al meer dan 1000 verschillende soorten in mijn tuin geïdentificeerd. Deze kennis gebruik ik voor het verder vergroenen van mijn tuin voor zowel de biodiversiteit als mezelf.


Rob van Mierlo | RC Tilburg-Leydal | Duurzaamheid

Goed voorbeeld doet goed volgen

Geopolitiek verdringt milieu en duurzaamheid momenteel naar de achtergrond. Maar als vader, opa, burger en Rotarian voel ik me nog steeds even verantwoordelijk voor een leefbare aarde.

Wat ik daar concreet voor doe? Een goed voorbeeld geven en vrijwilligerswerk doen voor de fiets. Onze Rotary-bijeenkomsten bezoek ik per fiets. Bij binnenkomst word ik aangesproken over mijn ‘’coup orage’’, maar er wordt zeker niet lacherig over gedaan. Langzamerhand zie ik vaker Rotary-collega’s op de fiets komen.

Als vrijwilliger ben ik voorzitter van FietsForum Tilburg, en adviseer ik de wethouder en ambtenaren over een fietsvriendelijkere stad. Fietsminnend Nederland heeft de wind in de rug: kijk eens hoeveel meer er wordt gefietst dan twintig jaar geleden. We gaan er de wereld niet mee redden, maar als alle Rotarians op hun eigen expertiseterrein serieus in een duurzaam doel zouden investeren, zou de wereld een stuk gezonder, duurzamer, inclusiever, relaxter en gelukkiger zijn.

Rob van Mierlo | RC Tilburg-Leydal | Duurzaamheid


Jack Verhulst | RC Etten-Leur | Melkveehouderij

Jack Verhulst | RC Etten-Leur | Melkveehouderij

Toen ik in 1982  mijn landbouwopleiding had afgerond, ben ik meteen in maatschap gegaan met mijn ouders met als doel ons familiebedrijf over te nemen. Ik werd boer!  In 1990 trouwde ik met Annelies en nam als zevende generatie de boerderij over. Inmiddels was ik agrarisch ondernemer geworden. Hogere producties van land en koe en groeien in omvang. Wilde graag ons bedrijf verplaatsen en geheel nieuw opbouwen.

Na jaren van zoeken en vergunningen/procedures zijn we uiteindelijk verplaatst, 1 km verderop.  De ratrace van kostprijs en volume was ons steeds meer tegen gaan staan. En gezondheid, maar vooral het gebrek daarvan, in onze directe omgeving, waren de belangrijkste drijfveren om andere keuzes te maken.  Onze keuze was om gezond voedsel te produceren voor de medemens dichtbij, niet aan de andere kant van de wereld. En daarbij het milieu zo weinig mogelijk te belasten door onze activiteiten. Als (agrarisch) bedrijf niet gedoogd worden, maar door je omgeving gewenst te zijn! Tegelijk met de bouw van onze boerderij in 2007 hebben we anderhalve hectare aan nieuwe natuur zelf ontworpen en aangeplant en later uitgebreid naar nu 3 hectare. Landbouw en natuur vormen samen een mooi en bio divers landschap!

Na jaren knokken om toegang te krijgen tot de biologische markt, zijn we sinds 2017 volledig biologisch gecertificeerd en maken we al 4 jaar zuivelproducten van onze eigen melk voor de korte keten. Inmiddels zitten onze dochter Maartje en schoonzoon Henri als achtste generatie in het bedrijf. En werken we langjarig samen met Staatsbosbeheer. En: ik ben weer boer!

En laat dit nu juist een manier van landbouw zijn met minimale uitstoot van stikstof en ammoniak…



Jacco Wink | RC Altena | Melkveehouderij

Voor mij als landbouwer en voedselmaker is ons leefmilieu, het samenspel tussen landbouw en natuur een vanzelfsprekendheid, het is namelijk mijn werkomgeving. Ons leefmilieu speelt daarmee een cruciale rol in de voedselzekerheid.

Om deze te waarborgen, is het essentieel dat melkveehouders innovatieve en duurzame praktijken omarmen want we staan in de landbouw staat voor grote uitdagingen vanwege grote opgaves vanuit klimaat, bodem en water. Daarvoor is ook al heel erg veel gebeurd in onze sector. Zo hebben wij, voor ons bedrijf, een circulair concept ontwikkeld en gerealiseerd met een extra lage uitstoot van ammoniak en methaan. Bodem (manier van landbewerking -en gebruik) en koe (gezondheid, dierwelzijn) zijn de basis van dit concept dat zich inmiddels bewezen heeft.

 Door samen te werken aan een gezond leefmilieu, kunnen we de voedselzekerheid in Nederland versterken en tegelijkertijd de melkveehouderij toekomstbestendig maken. Het is voor onze voedselzekerheid belangrijk dat we de landbouw toekomstbestendig maken.

Daar zet ik me voor in!

Jacco Wink | RC Altena | Melkveehouderij


Erik Beumer | RC Terneuzen | Agrarisch advies

Erik Beumer | RC Terneuzen | Agrarisch advies

Eind maart reed ik met mede-Rotarian Hans op de racefiets een route door het grensgebied van Zeeuws-Vlaanderen en Vlaanderen. Prachtig om de boer op het land te zien met het zaaien en/of planten van suikerbieten, uien, aardappelen etc. Het voorjaar is een cruciale periode waarin de basis wordt gelegd voor een goede en nieuwe oogst. We staan er niet altijd bij stil hoe belangrijk dat is voor onze voedselzekerheid en dat we het hele jaar door toegang hebben tot vers en voedzaam voedsel.

Voor de boer wordt het steeds meer een uitdaging om met alle ontwikkelingen van buitenaf goede producten af te leveren. Het zou mooi zijn als we de boer een beetje ruimte willen geven in het streven om de producten zo duurzaam mogelijk te produceren. Zonder gewasbeschermingsmiddelen gewassen produceren zou ideaal zijn, maar is eenvoudig weg (nog) niet haalbaar als het gaat om voedselzekerheid. Vergelijk het maar eens met de beschikbaarheid van medicijnen voor ons eigen bestaan. Als u op de fiets of met de auto op een mooie dag door het agrarisch buitengebied van Nederland rijdt mag u er best een keer aan denken.  


Reg Nelemans | RC Etten-Leur | kledingindustrie

Katoen; materiaal zonder toekomst?

Een katoenen shirt in de zomer, dat is een slim idee, of niet? Sinds 1993 weten we dat er te veel chemicaliën worden gebruikt in de katoenindustrie en er veel te veel water moet worden gebruikt. We spreken over een liter chemicaliën en tienduizend liter water om een kilo katoen te maken. Dus waar is mijn natuurlijk product gebleven en die hoeveelheid water is de consumptie van een volwassen man gedurende acht en een half jaar. Die chemicaliën komen grotendeels terecht in het oppervlaktewater, het drinkwater voor dieren en andere gewassen. Geen leuk idee als je net zo’n shirt hebt gekocht.

Is er in die 31 jaar dan niets gebeurd? Natuurlijk hebben Ngo’s en consumentenorganisaties van zich laten horen en hebben de producenten initiatieven genomen. Organic Cotton, Fair Trade en BCI hebben flinke stappen gezet om tot verbetering te komen. Het probleem is echter heel erg groot. Niet alleen vraagt katoen te veel water en chemicaliën, maar de mensen die in de industrie werken hebben ook geen leefbaar loon. Gemiddeld verdient een katoenboer een dollar per dag, terwijl we bij een leefbaar loon over drie keer zo veel praten.

Amerika speelt een belangrijke rol in de katoenwereld, maar wat wij hier kopen is katoen uit India, Pakistan, Afghanistan, Oezbekistan, Tadzjikistan en China (Xinjiang), daar is niet alles transparant. Katoen trekt nu eenmaal vele beestjes aan die de oogst vernielen, gemodificeerde katoen is met name in India veel toegepast juist om dat te bestrijden, maar het was geen succes leidde zelfs tot meer dan tienduizend zelfmoorden onder katoenboeren omdat hun oogsten mislukten.

BCI heeft met de beste bedoelingen goede richtlijnen aangegeven maar worden die opgevolgd? Het zijn te veel maatregelen op milieu en mens niveau om in een keer op te volgen, ze spreken dan ook over groeiend perspectief en zelflerend vermogen. Het is een goed idee om het ene jaar katoen te zaaien en het jaar daarop andere gewassen, alleen zo zit de structuur meestal niet in elkaar en zijn de risico’s groter. Dat doe je met voldoende geld op de bank, maar zonder middelen is het een lastig verhaal. Op sociaal gebied zijn er zoveel uitzonderingen dat controle bijna onmogelijk is.

Ook al zou dat allemaal wel gaan werken dan nog is het grootste probleem niet opgelost; katoen is niet circulair, dat is het nu niet en dat zal het voorlopig ook niet kunnen worden. Voorlopig omdat veel mensen bezig zijn met onderzoek en ontwikkeling, we hebben het echter over een zwakke vezel, die ook debet is aan een groot deel van het microfiber probleem, eenmaal geverfd is het niet meer afbreekbaar in de natuur. En katoen wordt geverfd omdat zijn originele kleur greige is, ziet heel natuurlijk maar ook kleurloos uit. Inmiddels is (katoen) microfiber overal in de wereld te vinden, zelfs in onze longen.

Er is weerstand tegen “man made fibers”, vooral omdat ze niet natuurlijk zijn. Katoen is het natuurlijk alternatief, wel met bovengenoemde vraagtekens, maar polyester (man made) is een duurzaam alternatief omdat het volledig circulair is. Van een T-shirt kun je weer een nieuw T-shirt maken en je kunt functionaliteiten toevoegen, dat gebeurde ooit met chemicaliën maar het kan ook met koffiedrap, een afvalproduct wat wordt gecarboniseerd en in het garen gebracht. Daarmee wordt het materiaal ademend, neemt vocht op en voert dat ook af, reduceert geur tot 95% en geeft UV-bescherming (UPF 50). Als je de dope dye techniek toepast bespaar je ook 60-90% water en 60% aan Co2 uitstoot, chemicaliën en energie.

Er zijn dus wel duurzame oplossingen, wellicht met een andere achtergrond, maar wel buitengewoon effectief. De mindset moet helemaal om en dat kost tijd, helaas tijd die we niet meer hebben, in 2025 moet 50% van de kleding die we op de markt brengen recyclebaar zijn en de helft daarvan moet zelfs circulair zijn van kleding naar kleding. Dat geld specifiek voor Nederland, want in Europa wordt dat in 2030 verwacht, dat lijkt nog even weg, maar is duivels kort bij. Processen zijn nog niet afgestemd; het inzamelen van kleding is geen probleem, maar het uitselecteren van diverse stoffen is dat wel. Grotendeels zijn het geen mono materialen, maar mixen wol, met katoen, polyester, viscose, elastan de keuze is reuze. Alleen 100% polyester is simpel te recyclen, dat moeten we helaas concluderen, maar de verwerkers willen ook alleen dat materiaal, geen mixen worden toegestaan.

Dat betekent accelereren, anders denken en nieuwe wegen inslaan, helaas gaat katoen ons daarbij niet helpen dat is jammer maar helaas.

Reg Nelemans | RC Etten-Leur | kledingindustrie