29 oktober 2019 - Lezing Ko van Dun
Ko van Dun, in 1953 in Heerlen geboren, is werkzaam als docent kunst- en cultuurgeschiedenis. Hij verzorgt een uitgebreid programma van cursussen en lezingen waarbij het verhaal van de kunst, zowel de oude als de hedendaagse, als achtergrond dient voor bespiegelingen op actuele thema’s. Tevens organiseert hij zo’n zes reizen per jaar naar grote kunststeden en kunstevenementen. Verder is hij ook nog werkzaam als onafhankelijk adviseur bij de aankoop van hedendaagse kunst.
Hij vertelt een verhaal dat over veel meer gaat dan alleen maar over kunst van nu.
Als wij praten over de kunst van nu dan praten wij over kunstenaars die nu een grote naam hebben.
Kenmerkend voor de overgang van de twintigste naar de eenentwintigste eeuw is dat de wereld platter wordt, waarin dingen naast elkaar komen te staan en gezag en hiërarchie komen te vervallen.
Dat manifesteert zich op alle gebieden, niet alleen in de kunst. Dat betekent meer vrijheid maar ook meer onzekerheid.
Als een kunstenaar succesvol wil zijn dan zullen de grote thema’s van zijn tijd een rol in zijn werk moeten spelen. In deze platte wereld is kunst dus ook een uiting van wat er in de wereld gebeurt. Mooi of niet is verder niet interessant.
Volgens Ko van Dun hebben veel kunstenaars van nu een multiculturele achtergrond en maken kunstwerken die een beeld scheppen van een nieuwe platte wereld waarin alle culturen naast elkaar staan.
Hij vertelt over het MOMA in New York, het belangrijkste museum ter wereld waar beroemde werken voorheen in hun eentje in een zaal pronkten, en nu naast andere kunstwerken hangen of staan.
Moeiteloos vertelt Ko van Dun over kunstjournalistiek in de New York Times, over de beroemde Chinese kunstenaar Wei Wei Weng, over ons zorgvuldig opgebouwde historisch besef dat een obstakel is in onze cosmopolitische wereld met zijn vele naast elkaar levende culturen.
En, stelt hij dan weer, dat we dat moeten loslaten om in een platte wereld samen verder te leven.
De westerse waarden moeten opnieuw geïnterpreteerd worden zodat mensen uit andere culturen kunnen aanhaken en iets kunnen toevoegen.
Verder praat hij over de Vietnamese kunstenaar Danh Vo, over het Stedelijk Museum, waarin nu het beroemde schilderij van Barnett Newman, Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue, gewoon tussen andere kunstwerken hangt en over de tentoonstelling over de nazikunst in Den Bosch.
Kortom, teveel om allemaal te beschrijven.
Ko van Dun heeft met grote deskundigheid en veel enthousiasme weer een geweldige indruk kunnen maken.
Na meer dan een uur wordt het verhaal afgesloten en dankt de voorzitter Ko van Dun voor de geweldige avond.