Bezoek aan zorgdboerderij 't Werckpaert
Niemand heeft haast op de zorgboerderij
Auteur: Tineke Vermeer* 2008
Een dag meelopen bij ’t Werckpaert in Blaricum
In de dorpskern van Blaricum staat de monumentale boerderij ‘t Werckpaert’ van Nico de Jong (53) en Margriet van ’t Klooster (49). Hier werken vier dagen per week negen tot elf zogenaamde ‘hulpboeren’ mee om het gemengde bedrijf in stand te houden.
Brood halen met de tractor
De hulpboeren met een verstandelijke of lichamelijke handicap komen uit de directe omgeving, Eemnes, Huizen, Laren of Naarden. Ze worden ’s morgens per taxi of busje gebracht en zijn de hele dag aanwezig. Er wordt samen gewerkt, geluncht en geknutseld. Er is tijd voor een praatje en er wordt veel gelachen. Nico en Margriet zijn het rustgevende middelpunt van de groep. Zij weten wat er moet gebeuren en verdelen de taken. Ieder krijgt een taak die hij of zij aankan. Een aantal hulpboeren is hier al kind aan huis sinds de oprichting vijf jaar geleden.
Verliefde rammen
‘Nee, vandaag hebben we liever geen verslaggever erbij, we gaan de rammen van de ooien scheiden in de wei en daar hebben we al onze aandacht bij nodig,’ zei Margriet toen we belden of we een dagje mochten komen kijken op de boerderij. ‘Voordat de R in de maand zit moeten we de lammetjes die inmiddels schapen zijn geworden selecteren, want de ooien gaan dan veel te lekker ruiken. Dan worden de rammen verliefd en krijg je allemaal inteelt.’ De onderwijsachtergrond van Margriet verloochent zich niet, zij kan alles helder uitleggen.
De volgende dag zijn we welkom en zo kunnen we meemaken hoe een werkdag op de boerderij begint. Een stevig Belgisch paard, dat de naam werkpaard zeker verdient, wordt in de stal door 2 hulpboeren geborsteld. In de andere stal zijn nog meer paarden. De honden worden gekamd, de geit krijgt alvast wat hooi en wordt naar de wei gebracht. ‘Kijk daar is Nico, mijn baas, zegt hulpboer Rob. Nico komt de staarten van de paarden even vakkundig knippen. Op de achtergrond klinkt een transistorradio met arbeidsvitaminen. ‘Hoor, dat is Lenny Kuhr,’ zegt Patrick en iedereen luistert even mee wat ze zingt. De stemming is gemoedelijk. Niemand heeft hier haast.
Het paard laat zich rustig borstelen
Eeuwige financiële zorgen
Tijdens koffietijd wordt er gezellig gepraat. Met z’n tienen aan tafel in de kantine, die eigenlijk een te kleine keuken heeft. Daarna gaat een deel van de groep in de veewagen mee met Nico naar de bakker om oud brood te halen voor de dieren. En vers brood voor de lunch. ‘Gelukkig krijgen we het oude brood gratis van Wassenaar. Vroeger gingen we naar een bakker in Huizen, maar daar moesten we altijd betalen,’ zegt Margriet. En zo komt het gesprek op de eeuwige financiële zorg, die een boerenbedrijf met zich meebrengt.
Nico: ‘Wil je rendabel zijn, dan moet je meer dan tweehonderd koeien hebben. Dan vertelt de computer via een zendertje hoe het met de dieren is. Als een koe niet zijn krachtvoer uit de machine heeft gehaald, dan weet de boer dat er iets mis is. Maar dat is niet het echte boerenleven wat wij willen.’
Zonder de bijdragen die ’t Werckpaert krijgt uit de voorzieningen in de gezondheidszorg zouden ze niet kunnen bestaan. Nu organiseren ze open dagen (zoals de herfstmarkt op 25 en 26 oktober a.s.) om aandacht te vragen. Er zijn huifkartochten en kinderpartijtjes. Sinds twee jaar is er ook een stichting ‘Vrienden van ’t Werckpaert’ die zorgt dat er fondsen binnenkomen. En Rotaryclub Laren-Blaricum heeft een aantal activiteiten ontwikkeld om geld in te zamelen. Bijvoorbeeld een jeux-de-bouleswedstrijd, een diner met optreden, een wijnproject via fa. Wesseling in Laren die een Zuidafrikaanse wijn met origineel Werckpaert-etiket te koop aanbiedt en een deel van de verkoopprijs doorgeeft. Ook is er via de Rotary een subsidie-expert bezig om te speuren naar beschikbare fondsen voor de boerderij.
Margriet geeft aanwijzingen in de groentetuin
Drie dagen om bij te komen
Margriet en Nico hebben zelf vier kinderen tussen 12 en 22 jaar, die veelal hun eigen agenda hebben. ‘Natuurlijk doen ze mee als er geoogst moet worden. Maar ze hebben ook gewoon hun schoolwerk en voor hen is een computer net zo aantrekkelijk als voor andere kinderen.’ Op vier dagen in de week is ’t Werckpaert een zorgboerderij, maar vrijdag tot en met zondag zijn er geen hulpboeren. Margriet: ‘dan zijn we onder elkaar en kunnen wij een beetje bijkomen. Je moet ook wel eens de gelegenheid hebben voor andere zaken, zoals een afspraak met de accountant.’
Wat vinden de hulpboeren het belangrijkste om aan de buitenwereld te vertellen over ’t Werckpaert? ‘Ik wil dat mijn paard Fokke goed op de foto komt,’ zegt de een. Een ander zegt: ‘Ik vind het hier leuker dan in mijn andere baan. Ik werk op vrijdag in een kantine en dan moet ik de hele dag mijn handen wassen. Dat hoeft hier niet.’ Dan fluistert een meisje dat even daarvoor had verteld dat ze soms met haar eigen auto naar de boerderij komt: ‘we hebben hier geen werkdruk, dat is belangrijk. Al moest ik in het begin wel wennen aan het soort gesprekken dat ik met de anderen voer. Ik heb vroeger bij de KLM gewerkt, maar ik kon de druk van een gewone baan niet aan.’
* Tineke Vermeer is freelance journaliste en lid van Rotaryclub Laren-Blaricum
Wie meer wil weten over ’t Werckpaert kan kijken op www.werckpaert.nl
En wie de boerderij financieel wil steunen kan geld overmaken naar 78 14 000 66 van de Stichting Vrienden van ’t Werckpaert te Blaricum.
Dit paardengebed hangt in de stal