11 maart 2012. Column: De snurkende Rotarian
Amsterdam, 11 maart 2012
Voor het eerst…..!
Vier keer per jaar, op zondagmiddag, bezoek ik met vriendin Willie het concertgebouw om te genieten van een geweldig concert. Het is een erfenis van een oude vriendin. Normaal gesproken duurt het jaren om een plaats te bemachtigen. Wij zijn verder gegaan toen zij het niet meer kon.
Serie bezoek, een abonnement, we zijn helemaal doorgewinterd en ondergaan ons ritueel met veel enthousiasme.
Alhoewel er over de zaal een sluier van grijs hangt zien we steeds meer jonge mensen en ook veel bezoekers uit het buitenland. Een unieke gelegenheid natuurlijk, Amsterdam en dan ook nog een concert in een van de mooiste concertzalen van de wereld.
Vaak is er een solist, met na de pauze een groot muziekstuk. Dit alles onder leiding van de meest beroemde dirigenten.
Vandaag is het Maris Janson, die met het concertgebouw orkest een vioolconcert van Benjamin Britten en de 6e symfonie van Bruckner ten gehore brengt.
Solist een Russisch violist, het is weer heel bijzonder.
Altijd goed rondkijken, het gebouw op zich is al fantastisch, maar die mensen…….een feest om al die verschillende personen tot je te nemen.
Eerst in de lounch koffie drinken, dan naar je plaats, je leest je nog even in en dan luidt de klok. Het spektakel kan beginnen, iedereen in de zaal en deuren dicht.
De meeste bezoekers zitten op hun ‘eigen’ plaats. De ‘loslopers’ zoeken nog even.
Wij zitten heerlijk helemaal achteraan, niemand achter je en voldoende beenruimte.
Naast ons strijkt een jonge man neer…..hmmm, ziet er erg goed uit, goed gekleed, leuke verschijning. Hij groet ons vriendelijk. Plots staat hij op en gaat naar een andere plaats. Jammer.
Een ouder iemand neemt zijn plaats in.
Ik zie het direct: Rotaryspeldje! Gesoigneerde grijze man, charmant, valt op.
“Mag ik naast u plaats nemen?” Hij speelt zijn rol voortreffelijk.
Uiteraard, een Rotarian mag altijd naast ons zitten.
Hij stelt zich voor: Thijmen!
“Ik ben hier voor het eerst……….hier in Amsterdam bedoel ik, ik ben nog nooit in het concertgebouw geweest……..”
U meent het! Wat heeft u dan een mooi concert uitgekozen!
“Tja, weet U, mijn zoons wonen in Amsterdam en hebben ons uitgenodigd. We konden juist nog kaarten bemachtigen, maar zitten nu wel verspreid.”
De knappe jongeman kijkt vanaf de andere kant naar ons en zwaait voorzichtig,
zijn ‘Papa’ dus.
We zijn stil, het feest gaat beginnen.
Bizarre klanken, de violist gaat helemaal op in een symfonisch verhaal van modern Britse allure. We worden meegezogen in de dissonant klankregen en we dromen een beetje weg.
Fantastisch toch, even alle hektic laten varen en mee zweven op de muziek.
Plots kom ik weer tot de werkelijkheid. Ik hoor een geluid dat mij bekend voorkomt. Het begint vanuit de diepte, snorrend, droog raspend en het stokt even om dan sneller en harder te herhalen.
Och heertje, er zit iemand te snurken en niet zo zachtjes ook.
De rij voor ons en ook die daarvoor draait, alsof het afgesproken is, op dezelfde manier het hoofd om naar de plek waar het geluid vandaan komt.
Willie zit als een plank zo stijf naast me en doet verwoed een poging haar lachen in te houden.
Het hoofd van Thijmen is achterover geknakt, zijn mond hangt open en het snurken neemt in volume toe.
“Geef ‘m een porretje!”
Willie kijkt me ongelukkig aan.
Ik sla voorzichtig mijn arm om de rugleuning van Willie’s stoel en tik Thijmen op zijn schouder.
Zo’n snikkende driedubbele snurkzucht, je ken het wel………
Verschrikt kijkt hij me aan, slaat zijn hand voor de mond, met de ogen vraagt hij vergeving.
Sorry, sorry, en dank je hoor. Gaat recht op zitten en doet zijn best niet weer in te slapen.
De vioolpartij neemt de aandacht over, het applaus is overweldigend, er komt een toegift.
Bij het verlaten van de zaal richting de drankjes krijgen we te horen hoe het komt.
Thijmen heeft zich volledig op het spel gericht en raakte als het ware in trance.
In het familiegroepje, glaasje in de hand biecht hij zijn zonden op. Men kijkt beschaamd naar ons.
Na de pauze de 6e dus.
Rap tempo, pauken en trompetten!
Het deert Thijmen niet.
Na een kwartier moet ik weer ingrijpen
………… “O jee, excuses……….Maar ik was nog niet weg hoor!”
Ik blijf alert. Kan nu mijn plicht niet meer verzaken.
Stel je voor dat Maris het hoort.
Bij het verlaten der zaal helpt Thijmen Willie in haar jasje.
Een echte heer, een Rotarian op en top,
Dag Thijmen,
Anja