© 2023 Rotary in Nederland.
Alle rechten voorbehouden.

De missie en doelstellingen van de Rotary

De doelstelling van Rotary is het aanmoedigen en bevorderen van het ideaal van dienstvaardigheid als basis van een te respecteren ondernemingsgeest door:

het beter leren kennen van anderen als een gelegenheid tot dienstvaardigheid;

de toepassing van hoge ethische normen in bedrijf en beroep, de erkenning van de waarde van elke nuttige arbeid;

de toepassing van het ideaal van dienstvaardigheid door iedere rotarian in zijn persoonlijk, zakelijk en maatschappelijk leven;

de bevordering van internationaal begrip, goodwill en vrede door een wereldwijde kameraadschap tussen mannen en vrouwen uit het zakelijk en beroepsleven die zich verenigd voelen in het ideaal van dienstvaardigheid.

Service Above Self

De doelstelling van Rotary komt kernachtig tot uitdrukking in haar lijfspreuk Service Above Self. Bij Rotary betekent dit dat je bereid bent iets van jezelf te geven. Dat je dienstbaar wilt zijn aan de samenleving en dit in de praktijk ook zichtbaar wilt maken. Niet alleen door het mede opzetten van lokale en wereldomvattende fundraisingprojecten, maar ook door het ter beschikking stellen van je (vak-)kennis. De opzet van de Rotaryorganisatie nodigt daartoe uit. Want Rotary is een netwerk, waarbinnen de leden bereid zijn hun (vak-)kennis ten dienste te stellen van de gemeenschap en direct of indirect deel te nemen aan charitatieve en educatieve projecten. De open communicatie van de honderdduizenden leden verbindt rotarians over de gehele wereld, gebaseerd op het essentiële beginsel: service.

De Four Way Test

De Four Way Test is de gedragscode - bestaande uit 4 simpele vragen - waaraan een rotarian denken en handelen – privé en zakelijk – toetst:

1. Is het waar (oprecht)?

2. Is het billijk voor alle betrokkenen (rechtvaardig)?

3. Bevordert het vertrouwen en vriendschap?

4. Komt het ten goede aan allen?

De test werd in 1932, tijdens de economische recessie, opgesteld door Herbert Tailor (een van de wereldpresidenten van RI). Hij was directeur van een noodlijdende onderneming en trachtte die van het faillissement te redden. Hij bedacht dat het goed zou zijn wanneer de werknemers een gedragscode zouden naleven, waarmee ook de onderneming kon opereren. Hij stelde de test op als een ethische maatstaf voor zijn medewerkers. Door het intern en extern toepassen van de test ontstond een klimaat van vertrouwen en goodwill bij de klanten, leveranciers en werknemers.


Het succes van Tailors formule bleef niet onopgemerkt. Onder het motto ‘Iedereen die de test onthoudt, moet wel goede resultaten behalen’, vond Tailors gedachtegoed overal in Amerika, ja zelfs in Japan, Australië en Zuid-Afrika navolging. Hoewel deze gedragscode op ons mogelijk wat moralistisch overkomt, vormen de vier vragen een uitstekend richtsnoer voor het denken en handelen van een ieder.